Wet op de rechterlijke organisatie
Artikel 101
Onze Minister deelt zo spoedig mogelijk na de aanhangigmaking van het voorstel van wet tot vaststelling van de begroting van het Ministerie van Justitie bij de Raad van State, aan de Raad mede welk budget, met inbegrip van de daaraan te verbinden voorschriften, voor het komende begrotingsjaar voorlopig kan worden verwacht. Hij deelt daarbij mede op welke wijze het geraamde budget is berekend.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
-
LJN AA2686, Cassatie, 34493
Rechtsoort
Belasting
Datum uitspraak
03-03-1999
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Cassatie
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Hoge Raadgewezen op het beroep in cassatie van het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Heusden tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 15 mei 1998 betreffende na te melden aan X te Z opgelegde naheffingsaanslag in de parkeerbelasting van de gemeente Heusden. 1. Naheffingsaanslag,...